Woensdag 20 december 2023, 20u
België is notoir berucht om de bedenkelijke kwaliteit van zijn wegennet.
Dit is een boeiend onderwerp uit de toegepaste ingenieurswetenschappen! In deze presentatie komen we te weten hoe het aanleggen van een wegen-infrastructuur in zijn werk gaat, vertrekkend van het ontwerp van een weg, over de productie en de uitvoering ervan naar het eindresultaat. Dat eindresultaat is dus een berijdbare weg. Die kan soms hier en daar wat gebreken vertonen. Wat de oorzaken daarvan zijn, zal worden aangetoond. Hierbij gaat de spreker niet voorbij aan het hele reglementeringsproces dat hiermee gepaard gaat.
Hij zal ook aantonen wat er (misschien) fout loopt en hoe de euvels kunnen opgelost worden.
Tony De Jonghe is Bouwkundig ingenieur en erehoogleraar Wegenbouw. Hij deed zijn wijdverbreide ervaring in asfaltwegenbouw op bij het Ministerie voor Openbare Werken, alsook bij een petroleummaatschappij en een aannemer. Hij werkt als zelfstandig raadgevend ingenieur voor asfaltwegenbouw en heeft zich de laatste jaren bekwaamd in de toepassing van gietasfalt.
Woensdag 15 november 2023, 20u
Atomen zijn de bouwstenen van alle materie in onze omgeving. Hun dimensie is echter zo klein dat tot voor kort men ze niet kon waarnemen, laat staan ze manipuleren. Nu kan dat wel!
We starten met een overzicht van het begrip “atoom” doorheen de geschiedenis en hoe je individuele atomen kan waarnemen via geavanceerde microscopietechnieken.
Clusters van atomen (in de orde van nanometers) volgen de wetten van de kwantummechanica en hebben soms verrassende eigenschappen en toepassingen. Heel wat “nieuwe” materialen zijn trouwens opgebouwd uit, of bevatten nanomaterialen; ook al zijn we ons daar niet altijd van bewust. Zo geven nanobuisjes van koolstof bv. extra sterkte aan sportartikelen zoals ski’s of tennisrackets. Nanodeeltjes van inerte materialen zoals goud, zullen in de toekomst zeker een grote rol spelen in de geneeskunde, als we erin slagen zulke anorganische deeltjes te koppelen aan biologische entiteiten zoals proteïnen of geneesmiddelen. Dat is een lopend, bijzonder interessant onderzoek waarvan de spreker een tipje van de sluier wil oplichten.
Daarnaast belooft de spreker ons uitleg te geven over de toepassing van kwantumstippen. Deze bestaan uit een beperkt aantal atomen, waarbij hun aantal en onderlinge schikking macroscopische eigenschappen zoals kleur of geleidbaarheid bepalen. Dit heeft bv. directe toepassingen in de ontwikkeling van beeldschermen. Deze kwantumstippen vormden het onderwerp van de onlangs toegekende Nobelprijs Chemie!
Staf Van Tendeloo is professor-emeritus van de Universiteit Antwerpen en een wereldautoriteit in vastestoffysica, elektronenmicroscopie van materialen en nanofysica. Hij fungeerde als gastprofessor in buitenlandse universiteiten, nam deel aan 250 internationale conferenties, is houder van een groot aantal onderscheidingen en auteur of co-auteur van boeken over microscopie en nanodeeltjes.
Woensdag 18 oktober 2023, 20u
Misschien wel de grootste vraag waarover Stephen Hawking zich het hoofd heeft gebogen is hoe uit de oerknal een heelal is ontstaan waarin als bij wonder leven mogelijk is.
Twintig jaar lang werkte ik zij aan zij met Stephen Hawking aan een nieuwe theorie van de oerknal die de raadselachtige leefbaarheid van het heelal kon verklaren. Wij stootten op een diepere laag van evolutie, verscholen in de prille beginfase van het heelal, waarin de natuurwetten zelf leken te veranderen. Materie, krachten, ja zelfs de tijd verdwijnen bij de oerknal.
In Het Ontstaan van de Tijd neem ik je mee op een wervelende ruimtereis langs zwarte gaten, kosmische hologrammen en ver terug in de tijd, naar onze allerdiepste wortels. We ontdekken een radicaal vernieuwend, darwiniaanse perspectief op de oorsprong van het heelal, die de manier waarop we naar de kosmos kijken op losse schroeven zet.
Thomas Hertog is hoogleraar Theoretische Fysica aan de KU Leuven en leidt daar de onderzoeksgroep naar de relatie tussen de oerknal en de snaartheorie. Hij werd bekend door zijn 20-jarige samenwerking in Cambridge met Stephen Hawking, met wie hij een totaal vernieuwende kijk ontwierp op ruimte en tijd en het ontstaan van de kosmos. Hij is de schrijver van het spraakmakende boek “Het ontstaan van de tijd” (oorspronkelijke titel “The Origin of Time”). Zijn werkterrein is nog steeds de kwantumkosmologie. Het Wetenschapscafé-Antwerpen is bijzonder blij dat Thomas Hertog naast de vele interviews en voordrachten die hij overal geeft ook de mogelijkheid gevonden heeft om ons zijn visie op ruimte en tijd en de levensvriendelijke toestand van het universum uiteen te zetten.
Zaterdag 30 september 2023
Het is in de loop der jaren een goed gebruik geworden om het nieuwe werkingsjaar van het Wetenschapscafé Antwerpen te openen met een speciale activiteit, zoals een gezamenlijk bezoek aan een uit wetenschappelijk oogpunt interessant fenomeen. Dit jaar willen we dat
doen door op zaterdagmiddag 30 september een uitstap te organiseren naar het aan de Universiteit van Gent verbonden Gents Universiteitsmuseum (GUM).
Het Gents Universiteitsmuseum of GUM is een museum gewijd aan de wetenschap. Het werd geopend op 3 oktober 2020. Het universiteitsmuseum is gevestigd op campus Ledeganck, vlak naast de Plantentuin en ligt op loopafstand van het NMBS-station Gent-Sint-Pieters. De Gentse universiteit heeft in de loop der jaren een uitgebreide collectie aan academisch erfgoed opgebouwd. Dit erfgoed is binnen universiteit altijd heel erg versnipperd geweest. Enkele collecties vonden een onderkomen in kleinere collectiemusea: het Museum Dierkunde, het Museum Morfologie, het Museum voor de Geschiedenis van de
Wetenschappen (in 2016 hebben wij met ons Wetenschapscafé hier een bezoek aan gebracht), het Archeologisch Museum, de Etnografische Verzamelingen, het Museum voor de Geschiedenis van de Geneeskunde en het Museum Dierick. Het Gents Universiteitsmuseum brengt al deze collecties samen op één locatie.
Praktische informatie
Wij verzamelen om 14u25 uur aan de ingang van het GUM. U kunt op eigen gelegenheid naar het museum gaan, maar het is ook mogelijk om vanuit Antwerpen gezamenlijk met de trein te gaan. Deze vertrekt om 13u06 uur vanuit Antwerpen-centraal, heeft een tussenstop om 13u11 uur in station Berchem en komt om 14u06 uur in Gent-Sint-Pieters
aan. (N.B. wegens werkzaamheden wordt deze trein omgeleid en rijdt die dag zonder tussenstops rechtstreeks van Berchem naar Gent-Sint-Pieters).
Na afloop kunt u onder het genot van een consumptie gezamenlijk napraten of een bezoek brengen aan de Plantentuin of de Serre.
U kunt zich inschrijven door middel van het aanmeldingsformulier op onze website. Het GUM hanteert een maximum aantal dat binnen een tijdslot binnen mag en vraagt dan ook om vooraf voor een bepaald tijdslot in te tekenen. Voor het tijdslot van 14u30 – 15u00 uur hebben wij 30 personen ingeschreven.
U dient zelf te zorgen voor een NMBS-ticket en het toegangsticket voor het GUM. Dat kan op de dag zelf. Personen in het bezit van een Museumpas hebben gratis toegang tot het GUM.
Woensdag 21 juni 2023
De geschiedenis van de Noordzee lijkt wel één aaneenschakeling van grote overstromingsrampen, van de middeleeuwse Elisabethvloeden (1404, 1421, 1424) over de Allerheiligenvloed (1570) en de Kerstvloed (1717) tot de ramp van Zeeland in 1953. Maar waren die stormvloeden dan echt zo uitzonderlijk dat ze het incasseringsvermogen van de samenleving te boven gingen? In deze presentatie gaan we dieper in op de kustsamenleving en de kustbescherming in de voorbije duizend jaar. De zee was niet altijd een vijand, integendeel, eeuwenlang vormde de zee een bondgenoot van de kustbewoners die leefden met het water. De meeste stormvloeden richtten géén grote schade aan – slachtofferaantallen werden vaak schromelijk overdreven. Kleine overstromingen kwamen haast jaarlijks voor, grotere stormvloeden minstens één keer per eeuw. Pas vanaf de zestiende eeuw zien we geleidelijk de overtuiging groeien dat er een ‘harde’ scheiding tussen mens en water moest zijn, dat de zee de vijand was, die moest én kon overwonnen worden. Rationele polders met massieve dijken getuigden van de menselijke controle over het water. Overstromingen werden als relicten van het verleden beschouwd. Achter die hoge dijken werd een – vals – gevoel van veiligheid gecreëerd, en ging men wonen op plaatsen waar onze middeleeuwse voorouders nooit zouden wonen. Overstromingen werden minder talrijk, maar als ze gebeurden, waren er wel meer slachtoffers. Vandaag willen we terug meer ruimte geven aan het water, maar enkel in netjes afgebakende overstromingsgebieden, met een harde scheiding tussen mens en water. Kunnen we niet beter terug leren leven met het water?
Tim Soens (°1977) is hoogleraar middeleeuwse en milieugeschiedenis aan de Universiteit Antwerpen. Aan het Centrum voor Stadsgeschiedenis leidt hij een onderzoeksteam ENVIRHUS – Environmental and Rural History of Urbanized Societies. Een centrale plaats in zijn onderzoek is weggelegd voor de geschiedenis van natuurrampen, waarbij hij onderzoekt waarom mensen kwetsbaar zijn voor overstromingen, hongersnoden, epidemieën en dergelijke meer. Ongelijkheid en armoede spelen een belangrijke rol in die kwetsbaarheidsanalyse. Vanuit AIPRIL – the Antwerp Interdisciplinary Platform for Research into Inequality – onderzoekt hij of minder ongelijke samenlevingen beter bestand zijn tegen crisissen.
Wegens uitzonderlijke omstandigheden zal in mei geen wetenschapscafé plaatsvinden.
Woensdag 19 april 2023
Felicitas = geluk. Felicitometrie = het meten ervan. Het geluksniveau, het welzijnsgevoel van mensen, is belangrijk voor beleidsmakers. Maar hoe komen ze dit te weten? Hoe kan dit gemeten worden en hoe betrouwbaar en vergelijkbaar zijn zulke metingen? Vragenlijsten zijn meestal inadequaat omdat items en dimensies een arbitrair gelijk gewicht krijgen ze door individuen, (sub)populaties en (sub)culturen heel anders beleefd worden. Geld of seks of esthetiek zijn niet voor iedereen even belangrijk. “Hoe gaat het met je?” is een vraag die we elkaar dikwijls stellen, en het antwoord erop geeft weliswaar al een maat voor welzijnsgevoel aan, maar ze blijkt erg ongevoelig zijn voor ingrijpende objectieve veranderingen in levensomstandigheden zoals, zware invaliditeit of grote verbeteringen. Het is alsof individuen en volkeren vastzitten op een ‘aangeboren’ niveau van welbevinden. Beleidsmakers worden geconfronteerd met ongevoeligheid voor vooruitgang en een daaruit voortvloeiend cultuurpessimisme, alsof niets helpt wat ze ook doen. De reden voor het fenomeen van schijnbare constantheid van het geluk is dat de verwachtingen mee veranderen met de objectieve veranderingen. Ten einde remediërende interventies op een efficiënte manier te kunnen organiseren, is het voor het beleid belangrijk de resultaten van betrouwbare en gevoelige peilingen naar het geluksniveau binnen bevolkingsgroepen te kennen.
Jan Bernheim is oncoloog, emeritus-hoogleraar en internationaal erkend om zijn baanbrekende research, omtrent medische ethiek, het levenseinde en de levenskwaliteitsmeting. Hij ontwikkelde de ACSA (Anamnestic Comparative Self-Assessment)-schaal, een gepersonaliseerde schaal die berust op serieuze herinneringen, concreet ervaren, subjectieve welzijnsbelevingen van de beste en de slechtste periodes in de levenservaring die met respectievelijk +5 en -5 de schaal verankeren. Deze zelfbeoordelingen blijken veel minder beïnvloed door externe factoren zoals groepsidentificatie, cultuur, geslacht, leeftijd enz., die in conventionele meetmethodes meer vertekenend zijn. De felicitometrie met de ACSA-schaal blikt proefondervindelijk een verbetering in gevoeligheid, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van de scores van subjectief welzijn. ACSA hun zou nuttig moeten voor het medisch en sociaal beleid, zowel op lokaal als op wereldwijd niveau.
Woensdag 15 maart 2023
Al opgemerkt dat alle planeten en manen van ons zonnestelsel namen hebben, die ontleend zijn aan de Romeinse mythologie? Hoe en waarom hebben ze die namen gekregen en wat zijn de verhalen erachter? Dat verneem je in deze voordracht!
Maar er is nog meer: na enig zoekwerk kom je bovendien tot de conclusie dat P.P. Rubens – onze Antwerpse Apelles – zowat al deze figuren en verhalen heeft uitgeborsteld. Je krijgt dan ook een volwaardige Rubens-show te zien, waarin de meester zijn kennis en kunde tentoonspreidt en duidelijk maakt dat hij zeer goed op de hoogte is van de Romeinse godenwereld en de spectaculaire gebeurtenissen daarin.
Roger Vanderlinden was als doctor in de scheikunde eertijds directeur in de petrochemie, maar is ook al 35 jaar gepassioneerd en gediplomeerd stadsgids en reisleider. Daarnaast is hij medewerker van het Rubenianum, amateurastronoom en actief als gids bij Volkssterrenwacht Urania.
Woensdag 15 februari 2023
Vele mensen denken dat de ruimte ‘leeg’ is, een vacuüm, waarin geen materie te vinden is. Nu is die ‘leegte’ tussen de sterren wel heel wat leger dan elk zogenaamd luchtledige dat we op aarde kunnen bereiken, maar in deze interstellaire ruimte zit heel wat: straling, magneetvelden en materie onder de vorm van gas en stof. Dit alles is ongelooflijk belangrijk: de straling wordt bestudeerd in enorme centra overal ter wereld met het oog op het ontrafelen van het ontstaan van het universum, uit gigantische gaswolken ontstaan sterren, en het stof, niet hetzelfde als wat je onder je kleerkast vindt en met de stofzuiger verwijdert, bestaat uit allerlei substanties. De laatste jaren heeft men zelfs complexe organische moleculen aangetroffen aan het oppervlak van die minuscule stofpartikels. Waaruit het ISM (interstellaire medium) bestaat, wat er in en vooral op die stofdeeltjes zit, waar ze aan te treffen zijn en hoe men dat onderzoekt, kom je te weten in deze lezing, waarbij je ook naar hartenlust vragen kunt stellen!
Walter Simons is oprichter van het Wetenschapscafé, chemicus en theoretisch fysicus, eredocent H.O. en lesgever in de Basiscursus aan de Volkssterrenwacht Urania. Hij geeft ook een cursus over Hoge-energie-astrofysica.
Woensdag 18 januari 2023
De Wereldorganisatie voor Toerisme van de Verenigde Naties (UNWTO) voorspelde een verdubbeling van het aantal internationale reizigers tussen 2015 en 2030. Dit klonk eerder pessimistisch dan optimistisch: samen met de continue groei van het aantal reizigers wereldwijd zouden ook de economische belangen van die branche gestaag toenemen. Uitgebreide en diepgaande studies bevestigden inderdaad deze wereldwijde explosieve aangroei van de reis- en toerismebranche tijdens de laatste jaren.
Het fenomeen ging weliswaar gepaard met de creatie van nieuwe banen binnen de sector zelf en zijn toeleveringsbedrijven. Maar tegelijk oefent het over-toerisme op vele plekken een onmiskenbare bijkomende druk uit op de lokale economische activiteiten, de openbare voorzieningen en infrastructuur en zelfs het normale werk van de bewoners.
Het aantal steden dat hiermee maken krijgt neemt snel toe. Usual suspects zijn Amsterdam, Barcelona, Firenze, Praag en Venezia. Maar ook steden als Antwerpen kampen nu al met de eerste symptomen van een excessieve toeristische druk op alle facetten van het stedelijke leven.
De spreker prof. dr. Jan van der Borg is verbonden aan de eenheid Geografie en Toerisme van de KULeuven en aan de universiteit Ca’ Foscari Venetië, waar hij de diverse maatregelen i.v.m. massatoerisme begeleidt. Een recente publicatie is Van der Borg (ed.): “A Research Agenda for Urban Tourism”
(zie: https://www.e-elgar.com/shop/gbp/a-research-agenda-for-urban-tourism-9781789907391.html) en ook: www.smartcultour.eu.