16/12/2009
Antwerpen dankt zijn glorie aan de Schelde. Van een Gallo-Romeinse nederzetting evolueerde Antwerpen al in het begin van de dertiende eeuw tot een stad en daarna tot de belangrijkste Brabantse zeehaven. Reeds in die periode onderhield deze “portus” dankzij de toegang via de Schelde met de open zee drukke handelsrelaties met Engeland, Duitsland en Frankrijk.
Dat Antwerpen die groei doormaakte kwam mede door het inventief gebruik van de geografische mogelijkheden, zoals landtongen in de Schelde waar veilig kon worden aangemeerd. Al in 1263 stond er een van de eerste Europese tredmolenkranen, aangedreven door “kraankinderen”, op een landtong in de Schelde. Het was mede door de mogelijkheden die de Antwerpse rede bood – en de economische terugval van Brugge – dat de middeleeuwse havenstad zo’n explosieve uitbreiding kende
Deze groei zette zich door tot het economische hoogtepunt van Antwerpen in de zestiende eeuw (de Gouden Eeuw). Daarna volgde een forse teruggang door de afsluiting van de Schelde (de facto in 1585, de jure in 1648) en door de intellectuele leegloop van de stad.
De spreker zal de bedrijvigheid aan de Antwerpse rede in de Middeleeuwen belichten en daarbij wijzen op de rol die allerlei factoren, zoals het gebruik van tredmolenkranen, hierbij speelden.
Dirk Anthierens is erehoogleraar Materiaalkunde en ex-departementshoofd van het dept. Industriële Wetenschappen en Technologie van de Artesis Hogeschool (eertijds Hogeschool Antwerpen).