21.11.2018
Stamcellen zijn als het ware de zaadjes waaruit nieuwe cellen groeien: hartcellen, huidcellen, bloedcellen, enzovoort. We hebben allemaal een beperkte hoeveelheid stamcellen in ons lichaam, die voortdurend afgestorven cellen vervangen. Die voorraadjes stamcellen zijn al gericht op specifieke celtypes: de stamcellen in ons ruggenmerg bijvoorbeeld kunnen enkel bloedcellen produceren, geen spiercellen. Embryo’s van enkele dagen oud hebben stamcellen die wel tot alle celtypes kunnen uitgroeien. De belofte van het stamcelonderzoek is dat deze embryonale stamcellen ooit gebruikt kunnen worden om weefsel dat beschadigd werd door ziekte of een ongeval, zoals organen of huid, te herstellen. Het ethische probleem hierbij is dat het embryo vernietigd wordt wanneer de stamcellen eruit worden gehaald. Kunnen we dit verantwoorden of is het ethisch ontoelaatbaar?
Heidi Mertes staat stil bij deze en andere ethische vragen die het stamcelonderzoek oproept.
Heidi Mertes is professor ethiek aan de Universiteit Gent en als onderzoeker verbonden aan het Bioethics Institute Ghent. Ze is voorzitter van De Maakbare Mens.
I.s.m. De Maakbare Mens