Op 18 november kreeg Den Hopsack in zijn Wetenschapscafé Harry Van Onckelen, emeritus-professor van de Universiteit Antwerpen op het podium. De metaforen in de ondertitel van “Genetische manipulatie – sprong voorwaarts of brug te ver?” waren als een knuppel in het hoenderhok bedoeld. De spreker wist van een controversieel onderwerp een bijzonder aangename causerie te maken die door de talrijk opgekomen aanwezigen fel werd gesmaakt.
Van Onckelen, die door zijn oud-klasgenoot S.O. en medestudent aan de U.G. Walter Simons ingeleid werd, vertelde hoe bijna dertig jaar terug de basisbeginselen van de gentechnologie gelegd werden door het werk van de Vlaamse biochemici Van Montagu en Schell aan de Gentse universiteit en hoe ze via de eerste Flanders Technologybeurs wereldkundig geraakten.
Vanzelfsperkend kon Harry Van Onckelen uitleggen hoe genetische “manipulatie” of “modificatie” chemisch-technisch in zijn werk gaat. “Een koud kunstje”, zo beweerde hij, tot verbazing van de toehoorders, alsof ze het thuis ook konden doen. De erfelijke eigenschappen van plant of dier liggen opgeslagen in het DNA. Dit manipuleren – of modificeren – houdt in dat genetisch materiaal (een gen dat een bepaald eiwit codeert) van een ander organisme wordt ingebouwd, waardoor de eigenschappen van de ontvanger kunnen veranderd worden. Aldus aangepaste “transgene” soorten worden gemaakt ter veredeling, of ter verbetering van de kwaliteit of om gewassen resistent te maken tegen bestrijdingsmiddelen of tegen parasieten (bv. een gen van een bacterie, ingebouwd in een bepaald type maïs, maakt deze bestendig tegen insectenvraat – soja wordt ongevoelig gemaakt voor een bepaald onkruidbestrijdingsmiddel). Planten met deze ingrepen “kweken” of veredelen gaat dus heel anders dan via geslachtelijke voortplanting en kruising.
De spreker, als chemicus goed op de hoogte van de biochemische details, wist ook op aangename en bevattelijke wijze te vertellen over de politieke en economische implicaties van de gentechnologie. Hij wees erop dat het gevoelige karakter van genetische modificatie en het afwijzen ervan een typisch Europese trend is – getuige de weerzin van politieke partijen en verenigingen zoals Oxfam en Greenpeace, alsook de politieke polemiek, die echter aan de basisproblemen rond voedselbehoefte en industrialisatie van landbouw doorgaans voorbijgaat.
Was het door zijn objectieve houding tegenover zijn onderwerp dat er zich met de gastspreker geen verhit debat ontspon over dit vaak maatschappelijk gevoelig liggende onderwerp? Er werden door het vrij milde publiek in de goed gevulde Hopsack nog allerlei interessante (“brave” en aan de tapkast toch iets meer kritische) vragen gesteld.