Woensdag 18 oktober 2023, 20u
Misschien wel de grootste vraag waarover Stephen Hawking zich het hoofd heeft gebogen is hoe uit de oerknal een heelal is ontstaan waarin als bij wonder leven mogelijk is.
Twintig jaar lang werkte ik zij aan zij met Stephen Hawking aan een nieuwe theorie van de oerknal die de raadselachtige leefbaarheid van het heelal kon verklaren. Wij stootten op een diepere laag van evolutie, verscholen in de prille beginfase van het heelal, waarin de natuurwetten zelf leken te veranderen. Materie, krachten, ja zelfs de tijd verdwijnen bij de oerknal.
In Het Ontstaan van de Tijd neem ik je mee op een wervelende ruimtereis langs zwarte gaten, kosmische hologrammen en ver terug in de tijd, naar onze allerdiepste wortels. We ontdekken een radicaal vernieuwend, darwiniaanse perspectief op de oorsprong van het heelal, die de manier waarop we naar de kosmos kijken op losse schroeven zet.
Thomas Hertog is hoogleraar Theoretische Fysica aan de KU Leuven en leidt daar de onderzoeksgroep naar de relatie tussen de oerknal en de snaartheorie. Hij werd bekend door zijn 20-jarige samenwerking in Cambridge met Stephen Hawking, met wie hij een totaal vernieuwende kijk ontwierp op ruimte en tijd en het ontstaan van de kosmos. Hij is de schrijver van het spraakmakende boek “Het ontstaan van de tijd” (oorspronkelijke titel “The Origin of Time”). Zijn werkterrein is nog steeds de kwantumkosmologie. Het Wetenschapscafé-Antwerpen is bijzonder blij dat Thomas Hertog naast de vele interviews en voordrachten die hij overal geeft ook de mogelijkheid gevonden heeft om ons zijn visie op ruimte en tijd en de levensvriendelijke toestand van het universum uiteen te zetten.
Zaterdag 30 september 2023
Het is in de loop der jaren een goed gebruik geworden om het nieuwe werkingsjaar van het Wetenschapscafé Antwerpen te openen met een speciale activiteit, zoals een gezamenlijk bezoek aan een uit wetenschappelijk oogpunt interessant fenomeen. Dit jaar willen we dat
doen door op zaterdagmiddag 30 september een uitstap te organiseren naar het aan de Universiteit van Gent verbonden Gents Universiteitsmuseum (GUM).
Het Gents Universiteitsmuseum of GUM is een museum gewijd aan de wetenschap. Het werd geopend op 3 oktober 2020. Het universiteitsmuseum is gevestigd op campus Ledeganck, vlak naast de Plantentuin en ligt op loopafstand van het NMBS-station Gent-Sint-Pieters. De Gentse universiteit heeft in de loop der jaren een uitgebreide collectie aan academisch erfgoed opgebouwd. Dit erfgoed is binnen universiteit altijd heel erg versnipperd geweest. Enkele collecties vonden een onderkomen in kleinere collectiemusea: het Museum Dierkunde, het Museum Morfologie, het Museum voor de Geschiedenis van de
Wetenschappen (in 2016 hebben wij met ons Wetenschapscafé hier een bezoek aan gebracht), het Archeologisch Museum, de Etnografische Verzamelingen, het Museum voor de Geschiedenis van de Geneeskunde en het Museum Dierick. Het Gents Universiteitsmuseum brengt al deze collecties samen op één locatie.
Praktische informatie
Wij verzamelen om 14u25 uur aan de ingang van het GUM. U kunt op eigen gelegenheid naar het museum gaan, maar het is ook mogelijk om vanuit Antwerpen gezamenlijk met de trein te gaan. Deze vertrekt om 13u06 uur vanuit Antwerpen-centraal, heeft een tussenstop om 13u11 uur in station Berchem en komt om 14u06 uur in Gent-Sint-Pieters
aan. (N.B. wegens werkzaamheden wordt deze trein omgeleid en rijdt die dag zonder tussenstops rechtstreeks van Berchem naar Gent-Sint-Pieters).
Na afloop kunt u onder het genot van een consumptie gezamenlijk napraten of een bezoek brengen aan de Plantentuin of de Serre.
U kunt zich inschrijven door middel van het aanmeldingsformulier op onze website. Het GUM hanteert een maximum aantal dat binnen een tijdslot binnen mag en vraagt dan ook om vooraf voor een bepaald tijdslot in te tekenen. Voor het tijdslot van 14u30 – 15u00 uur hebben wij 30 personen ingeschreven.
U dient zelf te zorgen voor een NMBS-ticket en het toegangsticket voor het GUM. Dat kan op de dag zelf. Personen in het bezit van een Museumpas hebben gratis toegang tot het GUM.
Woensdag 21 juni 2023
De geschiedenis van de Noordzee lijkt wel één aaneenschakeling van grote overstromingsrampen, van de middeleeuwse Elisabethvloeden (1404, 1421, 1424) over de Allerheiligenvloed (1570) en de Kerstvloed (1717) tot de ramp van Zeeland in 1953. Maar waren die stormvloeden dan echt zo uitzonderlijk dat ze het incasseringsvermogen van de samenleving te boven gingen? In deze presentatie gaan we dieper in op de kustsamenleving en de kustbescherming in de voorbije duizend jaar. De zee was niet altijd een vijand, integendeel, eeuwenlang vormde de zee een bondgenoot van de kustbewoners die leefden met het water. De meeste stormvloeden richtten géén grote schade aan – slachtofferaantallen werden vaak schromelijk overdreven. Kleine overstromingen kwamen haast jaarlijks voor, grotere stormvloeden minstens één keer per eeuw. Pas vanaf de zestiende eeuw zien we geleidelijk de overtuiging groeien dat er een ‘harde’ scheiding tussen mens en water moest zijn, dat de zee de vijand was, die moest én kon overwonnen worden. Rationele polders met massieve dijken getuigden van de menselijke controle over het water. Overstromingen werden als relicten van het verleden beschouwd. Achter die hoge dijken werd een – vals – gevoel van veiligheid gecreëerd, en ging men wonen op plaatsen waar onze middeleeuwse voorouders nooit zouden wonen. Overstromingen werden minder talrijk, maar als ze gebeurden, waren er wel meer slachtoffers. Vandaag willen we terug meer ruimte geven aan het water, maar enkel in netjes afgebakende overstromingsgebieden, met een harde scheiding tussen mens en water. Kunnen we niet beter terug leren leven met het water?
Tim Soens (°1977) is hoogleraar middeleeuwse en milieugeschiedenis aan de Universiteit Antwerpen. Aan het Centrum voor Stadsgeschiedenis leidt hij een onderzoeksteam ENVIRHUS – Environmental and Rural History of Urbanized Societies. Een centrale plaats in zijn onderzoek is weggelegd voor de geschiedenis van natuurrampen, waarbij hij onderzoekt waarom mensen kwetsbaar zijn voor overstromingen, hongersnoden, epidemieën en dergelijke meer. Ongelijkheid en armoede spelen een belangrijke rol in die kwetsbaarheidsanalyse. Vanuit AIPRIL – the Antwerp Interdisciplinary Platform for Research into Inequality – onderzoekt hij of minder ongelijke samenlevingen beter bestand zijn tegen crisissen.
Wegens uitzonderlijke omstandigheden zal in mei geen wetenschapscafé plaatsvinden.
Woensdag 19 april 2023
Felicitas = geluk. Felicitometrie = het meten ervan. Het geluksniveau, het welzijnsgevoel van mensen, is belangrijk voor beleidsmakers. Maar hoe komen ze dit te weten? Hoe kan dit gemeten worden en hoe betrouwbaar en vergelijkbaar zijn zulke metingen? Vragenlijsten zijn meestal inadequaat omdat items en dimensies een arbitrair gelijk gewicht krijgen ze door individuen, (sub)populaties en (sub)culturen heel anders beleefd worden. Geld of seks of esthetiek zijn niet voor iedereen even belangrijk. “Hoe gaat het met je?” is een vraag die we elkaar dikwijls stellen, en het antwoord erop geeft weliswaar al een maat voor welzijnsgevoel aan, maar ze blijkt erg ongevoelig zijn voor ingrijpende objectieve veranderingen in levensomstandigheden zoals, zware invaliditeit of grote verbeteringen. Het is alsof individuen en volkeren vastzitten op een ‘aangeboren’ niveau van welbevinden. Beleidsmakers worden geconfronteerd met ongevoeligheid voor vooruitgang en een daaruit voortvloeiend cultuurpessimisme, alsof niets helpt wat ze ook doen. De reden voor het fenomeen van schijnbare constantheid van het geluk is dat de verwachtingen mee veranderen met de objectieve veranderingen. Ten einde remediërende interventies op een efficiënte manier te kunnen organiseren, is het voor het beleid belangrijk de resultaten van betrouwbare en gevoelige peilingen naar het geluksniveau binnen bevolkingsgroepen te kennen.
Jan Bernheim is oncoloog, emeritus-hoogleraar en internationaal erkend om zijn baanbrekende research, omtrent medische ethiek, het levenseinde en de levenskwaliteitsmeting. Hij ontwikkelde de ACSA (Anamnestic Comparative Self-Assessment)-schaal, een gepersonaliseerde schaal die berust op serieuze herinneringen, concreet ervaren, subjectieve welzijnsbelevingen van de beste en de slechtste periodes in de levenservaring die met respectievelijk +5 en -5 de schaal verankeren. Deze zelfbeoordelingen blijken veel minder beïnvloed door externe factoren zoals groepsidentificatie, cultuur, geslacht, leeftijd enz., die in conventionele meetmethodes meer vertekenend zijn. De felicitometrie met de ACSA-schaal blikt proefondervindelijk een verbetering in gevoeligheid, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van de scores van subjectief welzijn. ACSA hun zou nuttig moeten voor het medisch en sociaal beleid, zowel op lokaal als op wereldwijd niveau.
Woensdag 15 maart 2023
Al opgemerkt dat alle planeten en manen van ons zonnestelsel namen hebben, die ontleend zijn aan de Romeinse mythologie? Hoe en waarom hebben ze die namen gekregen en wat zijn de verhalen erachter? Dat verneem je in deze voordracht!
Maar er is nog meer: na enig zoekwerk kom je bovendien tot de conclusie dat P.P. Rubens – onze Antwerpse Apelles – zowat al deze figuren en verhalen heeft uitgeborsteld. Je krijgt dan ook een volwaardige Rubens-show te zien, waarin de meester zijn kennis en kunde tentoonspreidt en duidelijk maakt dat hij zeer goed op de hoogte is van de Romeinse godenwereld en de spectaculaire gebeurtenissen daarin.
Roger Vanderlinden was als doctor in de scheikunde eertijds directeur in de petrochemie, maar is ook al 35 jaar gepassioneerd en gediplomeerd stadsgids en reisleider. Daarnaast is hij medewerker van het Rubenianum, amateurastronoom en actief als gids bij Volkssterrenwacht Urania.
Woensdag 15 februari 2023
Vele mensen denken dat de ruimte ‘leeg’ is, een vacuüm, waarin geen materie te vinden is. Nu is die ‘leegte’ tussen de sterren wel heel wat leger dan elk zogenaamd luchtledige dat we op aarde kunnen bereiken, maar in deze interstellaire ruimte zit heel wat: straling, magneetvelden en materie onder de vorm van gas en stof. Dit alles is ongelooflijk belangrijk: de straling wordt bestudeerd in enorme centra overal ter wereld met het oog op het ontrafelen van het ontstaan van het universum, uit gigantische gaswolken ontstaan sterren, en het stof, niet hetzelfde als wat je onder je kleerkast vindt en met de stofzuiger verwijdert, bestaat uit allerlei substanties. De laatste jaren heeft men zelfs complexe organische moleculen aangetroffen aan het oppervlak van die minuscule stofpartikels. Waaruit het ISM (interstellaire medium) bestaat, wat er in en vooral op die stofdeeltjes zit, waar ze aan te treffen zijn en hoe men dat onderzoekt, kom je te weten in deze lezing, waarbij je ook naar hartenlust vragen kunt stellen!
Walter Simons is oprichter van het Wetenschapscafé, chemicus en theoretisch fysicus, eredocent H.O. en lesgever in de Basiscursus aan de Volkssterrenwacht Urania. Hij geeft ook een cursus over Hoge-energie-astrofysica.
Woensdag 18 januari 2023
De Wereldorganisatie voor Toerisme van de Verenigde Naties (UNWTO) voorspelde een verdubbeling van het aantal internationale reizigers tussen 2015 en 2030. Dit klonk eerder pessimistisch dan optimistisch: samen met de continue groei van het aantal reizigers wereldwijd zouden ook de economische belangen van die branche gestaag toenemen. Uitgebreide en diepgaande studies bevestigden inderdaad deze wereldwijde explosieve aangroei van de reis- en toerismebranche tijdens de laatste jaren.
Het fenomeen ging weliswaar gepaard met de creatie van nieuwe banen binnen de sector zelf en zijn toeleveringsbedrijven. Maar tegelijk oefent het over-toerisme op vele plekken een onmiskenbare bijkomende druk uit op de lokale economische activiteiten, de openbare voorzieningen en infrastructuur en zelfs het normale werk van de bewoners.
Het aantal steden dat hiermee maken krijgt neemt snel toe. Usual suspects zijn Amsterdam, Barcelona, Firenze, Praag en Venezia. Maar ook steden als Antwerpen kampen nu al met de eerste symptomen van een excessieve toeristische druk op alle facetten van het stedelijke leven.
De spreker prof. dr. Jan van der Borg is verbonden aan de eenheid Geografie en Toerisme van de KULeuven en aan de universiteit Ca’ Foscari Venetië, waar hij de diverse maatregelen i.v.m. massatoerisme begeleidt. Een recente publicatie is Van der Borg (ed.): “A Research Agenda for Urban Tourism”
(zie: https://www.e-elgar.com/shop/gbp/a-research-agenda-for-urban-tourism-9781789907391.html) en ook: www.smartcultour.eu.
Woensdag 21 december 2022
In deze lezing aandacht voor de micro-wereld die o zo belangrijk is voor de mens: de verschillende bacteriën, gisten en schimmels, hoe ze zich gedragen en groeien.
De microscopisch kleine organismen, gisten en schimmels worden geïllustreerd met fotografische en live beelden van hun groei en voortplanting. Bij de nog kleinere organismen, de bacteriën, doen we hetzelfde. Alle verschillende en belangrijkste soorten worden onder de microscoop bekeken en hun groei op kunstmatige voedingsbodems gevolgd. Bij de groei en voortplanting komt een wiskundig model aan bod, waarmee wordt aangetoond waarom bevroren levensmiddelen, eenmaal ontdooid, niet meer voor consumptie geschikt zijn bij een nieuwe invriezing en ontdooiing.
De interactie tussen schimmels en bacteriën wordt behandeld en de ontdekking van de antibiotica belicht. Wat is de plaats van een antibioticum in de immunologische status van een gastheer, hoe werkt het en waarom werkt bv. penicilline niet op elke bacterie?
De spreker Willy Borgers (°1948) is bio-ingenieur van opleiding (KUL 1972) en gepensioneerd docent Microbiologie en docent Informatie Technologie aan de Thomas More Hogeschool, KULeuven Campus Geel.
Woensdag 16 november 2022
De actualiteit bewijst eens te meer dat energie de basis vormt van onze moderne beschaving. Alle huidige maatschappelijke problemen (armoede, inflatie, onbetaalbare energiefacturen, stijgende voedselprijzen, ontbreken van grondstoffen…) zijn quasi steeds terug te brengen naar de hoge energiekosten. Het merendeel van onze huidige energiebronnen is afkomstig van eindige voorraden aan fossiele grondstoffen die we aankopen elders in de wereld. Dit verklaart onze kwetsbaarheid en afhankelijkheid, die leiden tot oncontroleerbare prijsschommelingen.
Onvermijdelijk zullen ooit alle voorraden aan fossiele brandstoffen opgebruikt zijn. De zoektocht naar alternatieve energiebronnen gebeurt wereldwijd op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Maar zijn alle alternatieven wel evenwaardig en welke energiebronnen zijn in staat om daadwerkelijk soelaas te bieden?
De belangrijkste nucleaire ongevallen, Tsjernobyl en Fukushima, hebben ertoe geleid dat de publieke opinie zich tegen kernenergie, als alternatieve energievorm, heeft verzet en dat verscheidene landen gekozen hebben voor een kernuitstap. Maar, indien de vraag naar energie blijft groeien, is nucleaire energie het enige valabele alternatief voor energieproductie… Niet verwonderlijk dus, dat het onderzoek naar veilige en efficiënte nucleaire energie op alle verschillende niveaus blijft doorgaan. Nationaal doet het MYRRHA-project van het SCK CEN baanbrekend onderzoek, o.m. om aan te tonen dat vierde-generatie-kernreactoren op basis van kernsplijting als veilig alternatief voor energieproductie kunnen dienen. Op internationaal vlak ligt de focus op kernfusie met als paradepaardje het ITER-project: als dit de verwachtingen inlost, zal het de eerste kernfusiereactor gebouwd hebben die efficiënt energie kan opwekken!
Deze lezing heeft tot doel de verschillende nucleaire energiebronnen historisch en wetenschappelijk in detail te verklaren en hun ontwikkeling te kaderen binnen het niet aflatende mondiale energievraagstuk.
Hugo Moors is ingenieur Cel- & gen- Biotechnologie en als wetenschappelijk onderzoeker verbonden aan het SCK•CEN te Mol. Hij heeft zich gespecialiseerd in nucleaire processen en de fysica van elementaire deeltjes. Als geo-microbioloog verdiept hij zich in de chronologie van het aardse leven en hoe het verder zal evolueren. Hugo Moors hield in maart 2018 reeds de fel gesmaakte lezing ‘Van Big Bang tot aards leven”.