≡ Menu

Liefde in evolutionair perspectief

18/09/2013

Over liefde, vriendschap en genegenheid zijn bibliotheken vol geschreven en is het laatste woord nog lang niet gevallen. Doch dit kan niet beweerd worden wanneer men het heeft over het ontstaan van die gedragingen vanuit een evolutionair perspectief. Hoe kan men die eigenschappen verklaren met ‘the struggle for life’ en ‘the survival of the fittest’? En toch kan het. We voelen wel aan dat liefde en vriendschap bestaan, ofwel omdat we dat meemaken of het missen. Waar ligt de oorsprong van die gevoelens? We zullen het niet hebben over hormonen of ‘vlinders in de buik’, maar terug gaan in de tijd, over ons prehistorisch verleden, tot het moment dat we komen bij het ontstaan van sociaal leven en altruïsme. Vanwaar die verschillen tussen man en vrouw, ook al behoren we tot dezelfde soort? We kijken naar partnerschap voor de voortplanting en het ontstaan van vertrouwen. Wat verstaat men daaronder en wat is het verschil met vriendschap? Is een huwelijkspartner per definitie een vriend(-in)? Waarom maken we zoveel ruzie als we beweren sociale wezens te zijn en van elkaar te houden? Zijn we nu mono- of polygaam? Waarom beweren we monogaam te zijn als we zoveel ‘vreemd gaan’, en ben je zeker dat die vreemden wel ‘vreemd’ zijn en geen goede buren of bekenden? Waarom denken vrouwen dat ze geëmancipeerd zijn, terwijl ze wereldwijd achteruitgesteld worden en waar halen mannen het recht vandaan om zich als macho te gedragen? Deze vragen zijn enkele kapstokken waaraan we ons verhaal zullen ophangen.

Johan Mertens doceert aan de Universiteit Gent sociobiologie en ge­drags­ecologie. Geïnspireerd door talrijke discussies met studenten schreef hij een boek voor een breed publiek dat handelt over de evolutie van ons gedrag vanuit een Darwinistisch perspectief, Van zaadcel tot liefde (2006, Academia Press, Gent).